CO2 opslag avant la lettre
Mijn toenmalige collega Wim vertelde me over een idee dat hij had om de CO2-emissie te compenseren. 'We kunnen natuurlijk gaan bouwen met hout. Maar als we nou hout opslaan onder de grond, luchtdicht zodat het niet kan rotten, en de gekapte bossen weer aanplanten, dan onttrekken we flinke hoeveelheden CO2 aan de biosfeer en atmosfeer. Over een paar miljoen jaar is dat dan weer olie, maar in de tussentijd sla je CO2 op. We noemen het dan Begraven Bossen'. We praten hier over 1992! Toen was CO2 al een probleem. En toen was het idee om CO2 onder de grond op te slaan in ieder geval nog geen gemeengoed.
Ik vond het een lumineus idee: niet duur, goed uitvoerbaar, geen hoge drukken, of gevaarlijke emissies en netto CO2-negatief. Doen dus!
Houtbouw
Dit verhaal kwam weer bij me op bij het lezen van de commotie rondom bouwen in hout. Anders dan je zou verwachten, wordt het hout dat in de bouw gebruikt wordt, niet gezien als een CO2-sink. Een woning gaat tenminste 50 jaar mee en meestal nog veel langer en het gaat dan tegen je gevoel in dat het gebruikte hout dan niet kan gelden als compensatie voor de CO2-belasting van de betonnen fundering. De discussie hierover krijgt zelfs wat narrige uitingen. 'De betonindustrie houdt dit tegen omdat ze bang zijn voor de vergelijking met hout'. Inderdaad hebben de betonjongens een rapport laten verschijnen over de vergelijking tussen beton en CLT (cross-laminated timber). Brandjesblussers roepen dan dat beton en hout heel goed samen kunnen gaan. Maar dat is besides the point. Je mag veronderstellen dat de LCA-methodiek zodanig eenduidig is dat hiermee een onafhankelijke en onderbouwde vergelijking kan worden gemaakt. En het kost heel veel energie om cement voor beton te maken, en vrijwel geen energie om hout te winnen, te zagen en op de bouwplaats (of liever prefab) in elkaar te zetten.
LCA volgens EN 15804
Dus op het eerste gezicht valt een LCA voor hout gunstiger uit dan voor beton. Maar er zijn wat aannames die ter discussie staan, zoals de levensduur en het mogelijke hergebruik. Als je er van uitgaat dat de levensduur 50 jaar is en het hout daarna verbrand wordt, dan is er geen sprake van een sink, of hoogstens een tijdelijke. Maar is dat zo? Waarom zou je een betonnen constructie wel opnieuw kunnen gebruiken en een houten niet? Waarom zou je prefab elementen niet kunnen demonteren en ergens anders opnieuw gebruiken met het idee dat je dan circulair bezig bent? En kan dat met beton wel? Dat telt allemaal mee in het tot stand komen van de rekenmethode volgens EN 15804, maar daarmee houdt de discussie niet op!
Met andere woorden, in de LCA worden nog talloze aannames gedaan die de uitkomst beïnvloeden. En dat maakt de discussie troebel. De rekenmethode lijkt objectiever dan hij mogelijk is. Het zou daarom een goed ding zijn als het rapport in een peer-review door experts wordt beoordeeld. En dan liever niet door experts werkzaam bij beide productgroepen, maar door LCA-experts. En als je het dan nog steeds niet eens kunt worden, kun je met mediation tot een oplossing komen door terug te gaan naar de uitgangspunten. Dat hebben we in de 90-er jaren voor MilieuRelevante Product-Informatie (MRPI) ook gedaan.